Amstelkerk

Orgel

Orgel

Pas in 1817 werd er een orgel in de kerk geplaatst. Dit orgel was niet speciaal voor deze kerk gebouwd maar kwam uit de Waalse Kerk te Haarlem. Voorheen moest men het bij de gemeentezang doen met een voorzanger.

In 1864 wordt overwogen een nieuw orgel aan te schaffen. Na advies door de heer IJsendijk, (een organist waar verdere gegevens van ontbreken), wordt besloten contact op te nemen met de orgelmaker Pieter Flaes (van de firma Flaes & Brunjes) te Amsterdam. Diens becijfering voor een orgel met aangehangen pedaal luidt ƒ 4800,00 en voor een orgel met vrij pedaal ƒ 6130,00. Hoewel IJsendijk de eerste variant voldoende acht, kiest men toch voor een orgel met vrij pedaal, waarna Flaes toezegt dit te zullen bouwen voor ƒ 6000,00. Volgens de eveneens aangetrokken architect Eskes zullen de “kosten tot de plaatsing van het orgel ƒ 1014,00 bedragen” (vermoedelijk de orgeltribune, eventueel ook het ontwerp van de kas). Het contract met Flaes wordt op 6 december 1864 getekend.
Het nieuwe orgel werd op 5 december 1865 gekeurd door de genoemde heer IJsendijk en op zondag 24 december officieel in gebruik genomen, ‘s middags gevolgd door een concert, waarschijnlijk gegeven door IJsendijk en de plaatselijke organist J. van Temmen.

Omstreeks 1960 bleek een restauratie noodzakelijk. Deze werd verricht door de orgelmakers Verschueren te Heythuyzen (L.) en kwam begin december 1960 gereed. Bij deze restauratie werd het orgel technisch hersteld en aan de klank werd meer helderheid gegeven door het toevoegen van een drietal vulstemmen en een Prestant 4′ op het Pedaal. De toegevoegde Scherp en Cimbel werden later omschreven als ‘exponenten van een thans alweer als modieus onderkende hang naar helderheid, die bij dit orgel type als onnodig agressief wordt ervaren’. In 1994 werd het orgel door de firma Flentrop gerestaureerd en de intonatie -waar nodig- in de oorspronkelijke toestand teruggebracht.