Hiernaast ziet u Benedikte in haar witte toga. Een toga is een wijd, lang gewaad dat gedragen wordt door kerkelijke of wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders. Deze ceremoniële kledij benadrukt hun waardigheid en hun ambt.
De kleur van de toga mag de predikant zelf kiezen uit alle mogelijke kleuren. Meest gebruikelijk is wit, de kleur van de opstanding, of zwart, meer de kleur van de God die rechtspreekt (rechters dragen een zwarte toga).
Over haar toga draagt Benedikte de stola in de vier kleuren wit, groen, paars of rood.
Een stola is een vorm van liturgische kleding die een voorganger (dominee of priester) over de schouders draagt en die op de rug bijeengehouden wordt m.b.v. een kettinkje.
Betekenis van de kleur:
Wit: de glans van God, de kleur van reinheid en onschuld, de kleur van Christus. Te gebruiken op de christelijke feesten Kerst, Pasen, en Hemelvaart.
Paars: kleur van rouw, boete, inkeer. Te gebruiken in voorbereidingstijden zoals de 40-dagentijd voor Pasen, de Adventstijd voor Kerst.
Rood: kleur van bloed en vuur, de kleur van de Heilige Geest en van de kerk. Te gebruiken op Pinksteren, bij bevestiging van nieuwe leden, inzegening van predikanten en kerkenraadsleden, inwijding van een nieuwe kerk.
Groen: de kleur van de natuur in de zomer, van de hoop op de komende zomer, ook de kleur van Gods barmhartigheid. Te gebruiken op alle overige zondagen.
De antependia en de stola’s hangen in een kast in de consistoriekamer.
foto’s Willy Zeldenrijk tekst Piet Postema